fbpx

Fase 1

fase1 Montignac

Fase 1 van de Methode Montignac duurt 2 maanden tot het streefgewicht is bereikt. Er zijn 2 typen maaltijden: koolhydraatmaaltijd of een vetmaaltijd.

 

Er zijn 2 typen maaltijden:

1. de eiwit-koolhydraatmaaltijd. In deze maaltijd passen geen vetten, maar alleen eiwitten en koolhydraten. De koolhydraten hebben een GI van lager dan 50.

2. de eiwit-vetmaaltijd. De maaltijd bestaat uit eiwitten, vetten, en koolhydraten met een GI lager dan 35.

 

Ontbijt:

Koolhydraat: als je brood eet, eet dan grof volkorenbrood. Let op de samenstelling, het mag geen suiker of vet bevatten! Voor de variatie kunnen ook volkoren crackers en roggebrood gegeten worden. Verder zijn brinta of havermout met magere melk aanraders.

Als beleg is geschikt: jam zonder toegevoegde suiker, uitgelekte magere yoghurt of kwark.

Er kan ook ontbeten worden met ontbijtgranen of muesli. Dit zonder suiker, honing, mais, noten, rozijnen etc.

Ook een mogelijkheid voor ontbijt is om alleen fruit te eten.

Vet: denk aan het ‘English breakfast’ (zonder brood!) met ham, gebakken eieren, spek worstjes en kaas, bijvoorbeeld.

Lunch:

Lijkt op het ontbijt, maar er kan eventueel een vetmaaltijd gegeten worden naar Frans voorbeeld.

Tussendoortje om 4 uur:

Als je genoeg eet tijdens de lunch, krijg je geen honger tot het diner. Als toch een hongergevoel komt, is het beter om te eten. Fruit is hier erg geschikt voor.

Diner:

Koolhydraat: geschikt zijn pasta- of rijstmaaltijden zonder vlees, vetvrije (groenten)soep, peulvruchten, salades met vetvrije dressing. Als dessert zijn magere yoghurt of kwark geschikt.

Vet: Het diner kan bestaan uit een voorgerecht als soep, salade of rauwkost met alleen koolhydraten met een GI lager dan 35. Het hoofdgerecht bevat eiwit en vet, meestal vlees en groenten. Kaas is geschikt als nagerecht.

Wachten:

Na een koolhydraatmaaltijd moet u tenminste 3 uur wachten voordat u weer iets mag eten.
Na een vet/eiwit maaltijd is dit 4 uur.

De duur van fase 1

Fase 1 duurt tot het streefgewicht is bereikt, maar zeker 2 maanden, liefst 3 om de alvleesklier de tijd te geven om tot rust te komen.

Uit: Ik ben slank want ik eet

Meer informatie en tips en recepten vind je in “Ik ben slank want ik eet” (wij raden editie met drukjaar 1996 aan)

 

boekslank1